Bali deel 1 - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Bas Zuidhof - WaarBenJij.nu Bali deel 1 - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Bas Zuidhof - WaarBenJij.nu

Bali deel 1

Door: Bas Zuidhof

Blijf op de hoogte en volg Bas

04 Augustus 2014 | Indonesië, Kuta

Hallo lieve vrienden!!

Bali! Om 18:20 uur stond mijn vlucht gepland op Melbourne Airport. Ik was er al aardig vroeg afgezet door Thea, dus kon mooi rustig aan een beetje rond zoeken waar ik zijn moest. Na een paar heeeele lange rijen ging de tas op de band, en met de paspoort controle was gelukkig ook alles oke. Ik had evengoed nog zo'n 2 uur voordat mijn vliegtuig ging, dus ben ik maar een beetje rond gaan lopen, en heb een biertje aan de bar gedaan. Toen het eindelijk boardingtime was, ging het allemaal gelukkig lekker rap.

Na een vlucht van bijna 6 uurtjes was ik geland op Bali. Een prima vlucht, zonder turbulentie of andere gekke dingen. Het was zo'n 22:00 uur plaatselijke tijd dat ik het vliegtuig uitstapte. Goed, eerst weer door een poortje, ff wachten op m'n tas, een visum gekocht en daarna nog eens door de douane, al met al was ik om half 11 klaar om te gaan en te staan waar ik wou op Bali! Ik moest alleen nog even 4 uurtjes wachten op Miranda, die vanaf Kuala Lumpur aan kwam vliegen. Pfff, wachten duurt lang! Ik zag gelukkig op het bord dat ze op schema lag, maargoed, voordat ze zou landen zou het pas 2:30 in de nacht zijn. En aangezien ze hier 2 uur achter lopen op Melbourne, was mijn biologische klok dus al op half vijf in de ochtend voordat ze eindelijk eens geland was. Ik kan je vertellen, dat was een lange nacht! Echt slapen lukte niet, maar ik kon wel ff lekker rustig ergens half liggen. Om een uur of 3 kwamen de eerste van haar vlucht binnendruppelen, en een kwartier later konden we dan eindelijk een dikke knuffel geven en een bakkie halen, om uit te gaan vogelen waar we heen gaan. Jep, we hadden (bewust) nog niks geregeld waar we heen gingen, en hadden dus nog geen hotel. Een beetje zonde om een hele nacht te betalen als je pas 6 uur in de ochtend aankomt (jaja, echte gierige nederlanders). Eerst dus even rustig zitten bij een cafeetje op het vliegveld, verhalen uitwisselen en uiteindelijk uitvogelen waar we überhaupt waren en waar we heen konden.

Kuta, de streek waar het vliegveld is, is zo'n beetje het meest toeristische gebied op Bali, en tevens de start van de meeste reizigers. Een regio met heel veel hotels, winkeltjes en een fijn strand. Via internet een hotelletje opgezocht, en ons door de taxi af laten zetten. We hadden echter 1 probleem: het was pas 8 uur in de ochtend, en we konden pas om 2 uur inchecken. Aangezien we de nacht toch al zo goed als overgeslagen hadden, en daardoor helemaal geen tijdsbesef meer hadden, besloten we onze tassen daar achter te laten en richting strand te wandelen. Onze eerste ontdekkingsreis op Bali. Binnen 5 minuten kwamen we erachter dat lopen nou niet bepaald de meest gangbare manier van vervoer is. De wegen hier waren echt MEGAdruk, en 2 op de 3 vervoersmiddelen zijn scooters en brommers. En die mogen (doen) echt alles. Ze slingeren overal tussendoor, pikken een stoepie mee als dat sneller is, en zebrapaden en verkeerslichten kijken ze ook niet echt naar. We voelden ons niet echt heel veilig dus, maargoed, de manier om wat te zien is te voet, en dus namen we de tijd om rustig richting strand te lopen. Na een uurtje door smalle straatjes vol auto's en scooters gemaneuvreerd te hebben, met onwijs veel van die troepwinkeltjes en afvallige huisjes, kwamen we op de 'boulevard' achtige straat aan, met daarnaast het strand. We besloten eerst maar ff een uurtje uit te rusten op het strand zelf, al hadden we helaas onze zwemkleding niet mee. Achteraf maakte dat trouwens ook niet uit, want na een half uurtje begon het aardig te hozen. Dat deed ons besluiten om maar weer door te lopen. Al snel vonden we een leuk tentje met overdekt terras, waar we wat gegeten hadden, en ach, ook maar een fles wijn bestelden. De bediende schonk ons eerste glaasje in, toen we ons beseften dat het pas 10:00 uur in de ochtend was... Beide hadden het gevoel alsof het diezelfde tijd in de avond was, dus ach, wat maakte het uit! Wel werden we na een paar slokken alcohol vrij rap door de slaap gegrepen, maar wisten we ons er toch nog de nodige uurtjes doorheen te slaan. Een uur voordat we in konden checken stonden we op en wandelden naar het hotel, waar we na tien minuutjes onze kamer in konden. We zagen ons bed, onze kussens, en BAM! Weg waren we. Tot een uur of 5 even een uiltje geknapt, waarna we het zwembad even uitgeprobeerd hadden. Heerlijk opgefrist hebben we daarna nog even lekker op het balkon van het zonnetje genoten, waarna we denk ik voor achten weer in ons bed doken en meteen in slaap vielen. De eerste dag zat er op, en we waren voldaan in slaap gevallen.

Dag 2 begon met een heerlijk uitgerust gevoel. Ik werd voor de wekker om 7 uur al wakker, maar voordat die om 9 uur af ging ben ik er niet uit geweest. We vonden het een goed plan om deze dag maar ff rustig aan te doen en wat te acclimatiseren. Oftewel, een leuk tentje zoeken voor een ontbijt en de rest van de dag op het strand liggen. Kuta heeft een mooi strandje, en als je gaat zwemmen kan je het gedeelte 'even doorkomen' wel overslaan, zo warm is het zeewater. Heerlijk dagje gehad, die we na het eten met een paar borreltjes op rond middernacht afsloten.

De dag erop checkten we uit het hotel, en via de receptie hadden we een tourguide geregeld. Een tourguide hier is een mannetje dat je voor 40 a 50 euro een hele dag rondrijd waar je maar wilt op heel Bali. We hadden van te voren in grote lijnen een soortvan planning gemaakt hoe we Bali wilden rondtrekken, en voor vandaag betekende dat richting het noorden rijden. Met dank aan de Lonely Planet hadden we Seminyak, Tabanan, en als eindbestemming Batukaru uitgestippeld. Tourguide Wayan was gearriveerd en na ons plan voor de dag uitgelegd te hebben wist hij op deze route wel wat leuke dingen om te laten zien. Seminyak was praktisch het zelfde als Kuta. Wat minder toeristisch, maar nog altijd veel verkeer, en dezelfde indrukken. We waren even gestopt aan het strand voor ontbijt, om daarna de reis voort te zetten. We volgden de kustlijn, op weg naar de eerste tempel die we zouden gaan zien: de Pura Tanah Lot. Bij aankomst zagen we al dat het een grote trekpleister voor toeristen is, het was behoorlijk druk. Na een ticket gekocht te hebben en langs alle kraampjes gelopen te hebben, kwamen we bij de werkelijke ingang aan. De kust was rotsachtig, wat ons over een paar trappetjes deed begeleiden tot we op de rand van de rots stonden tussen alle andere toeristen. Op een meter of 50 was daar dan de Tanah Lot, een prachtige tempel, op een eigen rots midden in het water. Door het mooie weer en de ruwe golven hadden we een prachtig uitzicht, waar we best een tijdje van stonden te genieten. Al met al denk ik dat we een klein uurtje rondgelopen hebben, voordat we weer naar Wayan terugkeerden. Volgende bestemming was Tabanan. Maar al gauw kwamen we er achter dat dit een redelijk 'normale' stad was met weinig echte leuke dingen, dus reden we erdoorheen op weg naar Batukaru. Al snel kwamen we er achter dat we nu de drukte achter ons lieten en in het 'echte' Bali terechtkwamen. Kleine dorpjes, midden in de jungle, rijstvelden links en rechts, we merkten dat we steeds meer aan het genieten waren van de rust van de natuur om ons heen.
Voordat we naar ons hotel gingen, moesten we volgens Wayan de Pura Batukaru bezoeken. En hij had geen woord gelogen. Een mega groot complex, als het ware opgeslokt in de jungle. Na een jurk omgedaan te hebben en een bloemetje achter het oor mochten we naar binnen, naar het eerste gedeelte van de tempel. Hier was een soort meer, met een vierkant stukje grond in het midden. Deze grond was zo heilig dat alleen de priester hier mocht komen bij bepaalde ceremonies. De mensen mochten eromheen lopen en bidden. Hierna kwam het reinigings gedeelte. Een paar waterbronnen met heilig water dat uit de berg komt, omgeven door beelden en gebedsplaatsen. Hier wassen de hindoes hun handen, voeten, gezicht en haren en vragen ze de goden of ze de tempel mogen betreden. De volgende stap was namelijk het centrum van de gehele tempel: de tempel zelf. Hier worden de gebeden in groepen gehouden, waarbij de priester vooraan in z'n gebedshutje zit, en het gebed leidt. Iedereen zit met de neus richting de tempel en de priester tingelt met een belletje en brabbelt zijn gebeden. Daarna kan iedereen zijn offers laten zegenen. Dit zijn bakjes met bloemetjes en soms rijst er in. Ieder bloemetje krijgt zijn eigen gebed, waardoor het naar mijn mening toch wel langdradig werd. Maar desondanks ook een prachtig ritueel, wat echt een inkijk op de cultuur gaf. Als laatste was er nog de plaats waar de keukens waren en lange tafels waar ook de offers klaar werden gemaakt voor het offeren. Hierna volgde de grote poort die als in- en uitgang diende. Doordat we zo gegrepen waren door de stilte en de geweldige rust die de tempel uitademde, wilden Miranda en ik nog een keer een rondje lopen om dit echt goed te ervaren. Ook al is het in een vreemd land, in een tempel van een voor ons vreemd geloof, deze plaats heeft echt een soort van aanstekelijke rust, die geweldig is om je te laten overdonderen. Na dit rondje afgemaakt te hebben maakte Wayan nog een paar mooie foto's van ons bij de ingang, en gingen we met een zeer voldaan gevoel richting hotel.
Aan het eind van de middag kwamen we aan bij het hotel. Het lag iets buiten Butakaru, op een bergwand midden in de jungle. We konden kiezen tussen een kamer of een villa, en aangezien het verschil maar een paar Euro was, namen we de villa voor 2 nachten. Manman, wat was dat mooi!! Ruime kamer, een open (maar uiteraard discrete) badkamer, en een balkon met een fantastisch uitzicht. Ook het zwembad moet vermeld worden, vanwege het onwijze uitzicht. En in de avond konden we genieten van het heerlijke eten, en wederom, het prachtige uitzicht. Omdat we constant met open mond onze ogen amper konden geloven, hadden we zowat moeite met kauwen.

Na een goede nachtrust en een lekker ontbijtje gingen we naar de receptie om te vragen naar de bergtocht. Deze tocht was een populaire trip hier, dus uiteraard wilden we dat gaan bekijken. Na de vraag wanneer we dat konden doen begon de receptionist echter bedenkelijk te kijken en legde uit dat dat helaas niet kon. Hij legde uit dat er als er iemand overlijdt in het dorp, er tot de crematie (3 dagen later) geen bergtrips zijn. Dat was balen.. Maar om ons evengoed van dienst te zijn gaf hij ons een kaart met andere activiteiten. Daar zagen we de jungletrip op staan, en na vragen wat dat precies inhield waren we verkocht. Traditionele huisjes bezoeken, vers fruit plukken en proeven, een waterval bekijken en een huisje bezoeken waar ze bruine suiker maken. Als we wilden konden we ook een echt Balinese dinner krijgen aan het eind van de trip. Al snel zeiden we: "Prima! Bel de gids maar!" Met een minuut of tien stond Ali bij de receptie op ons te wachten, en vertelde dat we met een half uurtje naar zijn huis mee konden rijden waar de trip zou beginnen. 30 minuten later kwamen we er achter dat dat achter op de brommer werd, wat hier al een spannende trip is. Heelhuids aangekomen kregen we een heerlijk bakkie Balinese thee en koffie (met gember), en ontmoetten we een tweede gids, die bekend staat als beste klimmer van het dorp. Even later arriveerden onze Amerikaanse reisgenoten Nathalie en Daniel. Na even voorstellen begon de reis, met wandelstok, het dorp in op weg naar de jungle.
We begonnen met het bezoeken van een paar huisjes, waar ze rijst, koffiebonen en cacao verwerkten. Na de oogst laten ze de rijst drogen in de zon, waarna ze de rijst uit de zaadjes halen. Hier leerden we dat ze hier witte, rode en zwarte rijst verbouwen. De witte (normale) rijst is de goedkope rijst. Hier zit wat meer suiker in, waardoor veel Balinezen diabetes gekregen hebben. Wat ze daarom dagelijks eten is de rode rijst eten. Wel wat duurder maar veel gezonder. De volgende stop was een bult koffiebonen, die bij het volgende huisje te drogen lagen. Hier werd naast gewone koffie de bekende Kopi Loewak verbouwd. De duurste koffie ter wereld! Voor degene die de film 'The Bucket List' hebben gezien: dit is de koffie waar Jack Nicholson zo verzot op is, totdat hij er achter komt hoe het eigenlijk aan z'n unieke smaak komt. De koffiebonen worden namelijk aan Loewaks gevoerd. Een dier dat bij de katachtigen hoort, hoewel het er meer uitziet als een kruising tussen een uit de klauwen gewassen rat en een wasbeer. Deze verteerd het vruchtvlees, maar de boon blijft intact. Door dit proces krijgt de koffie dus zijn unieke smaak. Nadat de Loewak even lekker gepoept heeft, zoekt de bevolking de bonen uit de ontlasting, wast de bonen, en worden deze licht geroosterd. Proost!!
Naast de koffiebonen lagen ook cacaubonen, die (gelukkig) een vrij normaal verwerkingsproces kent.
Na deze kijk achter de deuren van de Balinese landbouw was het tijd om ons pad te vervolgen, de jungle in. Dat betekend dus eigenlijk geen pad, meer een smal wandelpaadje dwars door de bomen. Doordat het wat nat was ook niet altijd even gemakkelijk, maar daardoor des te leuker! Het verse fruit wat er plukten en proefden wisselde zich af met geweldige uitzichten en prachtige onvoorstelbare bergen en dalen om ons heen. Smalle beekjes met nog smallere bamboe bruggetjes waren ook een van de hoogtepunten van de trip. Na een uur of twee kwamen we ineens aan bij een huisje (knibbel, knabbel, knuisje), waar ze bruine suiker verwerken. Een zeer primitief maar heel interessant project, en met een fantastisch eindproduct. Het puurste der pure bruine suiker mochten we proeven, en man wat was dat lekker!! Miranda vond het toch wel erg zoet, maar ik kon het niet laten om stiekem een tweede stukje te proeven. Een zachte zoete smaak die, in tegenstelling tot de zoete, tand uitvallende smaak van onze suiker, echt uniek is. Ook hadden Ali en zijn klimkameraad een skala aan fruit mee die we konden proeven.
----------------------
Na een half uurtje bedankten we de uiterst vriendelijke mensen, maakten we een groepsfoto die ze opgestuurd wilden hebben en vertrokken we weer. Voordat we de rijstvelden bereikten had de klimmer een boom gevonden met rijpe kokosnoten. Alsof het niks was klom hij de zeker 25 meter hoge boom en en verzamelde een kokosnoot voor iedereen. Van de palmbladeren maakte hij een soortvan riem, waaraan hij de kokosnoten bevestigde, en klom weer naar beneden. Ali hakte er op los en voordat we het wisten hadden we allemaal een kokosnoot met een rietje erin in onze handen. Na natuurlijk ook onze waterflesjes met de melk gevuld te hebben konden we weer door. We merkten dat we al meer naar beneden gingen en na een poosje stonden we aan de voet van een waterval, die weer enige foto's opleverde. Daarna stonden we even stil omdat het pad geblokkeerd was door omgevallen bomen, wat ons uiteindelijk door de echte ruige jungle voort deed zetten. Zwaar, maar geniaal mooi! Na zo'n 45 minuten buffelen kwamen we aan bij een onwijs grote rijstplantage, met een uitzicht van heb ik jou daar. We liepen er dwars doorheen, en als we even tijd hadden om niet te kijken waar we liepen, viel onze mond weer open van de prachtige natuur, en de ongelofelijk ingenieuze rijstvelden. Uiteindelijk eindigden we na vier en een half uur weer in het dorp, waar we allemaal uitgeput neerplofte op de picknicktafel die buiten stond. Het was tijd voor het eten, wat vrouwlief van Ali de hele dag voorbereid had. We kregen schalen vol met lokaal Balinees eten, water om weer bij te tanken, en terwijl wij en de Amerikaanse lotgenoten onze belevenissen in de jungle deelden vielen we aan.
Na ons proppievol gegeten te hebben, en er was nog meer dan genoeg over zo veel stond er voor onze neus, maakten we een groepsfoto, en reden we terug (dit keer gelukkig met de auto) naar ons hotel. Daar genoten we van een welverdiende massage, een klein biertje, en ploften we op tijd ons bed in.

De volgende ochtend stond onze vriend Wayan weer op de stoep, om onze rondreis te vervolgen. Miranda en ik hadden na het raadplegen van de Lonely Planet besloten om een stukje terug naar het zuiden te rijden om vervolgens de hoofdweg naar het westen te pakken. Deze weg bracht ons eerst naar Pura Rambut Siwi. Deze tempel lag ook aan het water, maar nog op het vaste land. Gelukkig niet erg toeristisch, waar ik wel bang voor was na ons bezoek aan de Tanah Lot. De tempel zelf was erg mooi, maar hoogtepunt vond ik de trap die ons langs de bergwand naar beneden bracht waar nog een stukje was waar de hindoes kunnen bidden. Zulke plaatjes laat je zowat voelen alsof je op een lange trip bent zoals Lord of the Rings. Prachtig mooi. Ons volgende doel was Bali Barat National Park. Voordat we het wisten reden we er eigenlijk al in, omdat het National Park zowat heel westelijk Bali omvat. Eerst reden we nog door wat dorpjes heen maar al gauw reden we eigenlijk op een lange weg tussen de bomen wat het hart van het park is. Eigenlijk viel het wel een beetje tegen, omdat de hele weg praktisch hetzelfde is; bomen links en rechts, en hier en daar een aapje op zoek naar eten. Midden in het park stond nog een tempel, die we ook bezocht hebben. Wayan ging niet mee, en al gauw was duidelijk waarom. Aan de weg begon een trap de berg op, die maar geen eind leek te hebben. Uitgeput kwamen we boven, waar bleek dat de tempel meer op een bouwput leek. Ze waren op dat moment niet aan het werk maar het was wel een grote rotzooi. Toch was er dat we aankwamen een ceremonie bezig, maar echt indruk maakte het hier niet door de toch wat vreemde omgeving. Aan de andere kant van de tempel was een pad de jungle in, die we maar 500 meter af mochten leggen, omdat het anders gevaarlijk kon worden (lees: apen die je leegroven en aanvallen). En apen waren er. De bomen zaten vol met vlooiende en ruziemakende apen, die gelukkig te druk bezig waren (of te lui) om ons ook maar een blik gunnen. Na weer wat foto's gemaakt te hebben realiseerde we ons dat we die allemachtige trap ook weer terug moesten, dus keerden we om, terug naar de auto.
Het was lunchtijd, en een kilometer verderop was een restaurant. Daar aangekomen bleek het een houten toren te zijn, met een prachtig balkon, met een fantastisch uitzicht op de bergen. Na van een heerlijke lunch genoten te hebben zetten we de reis voort naar Permuteran, wat tevens onze eindbestemming moest worden. Hier waren ook nog twee tempels die we een bezoek hadden gebracht: de Pura Pulaki, die vrij klein was, en naar apenstront rook, en de Pura Permuteran, die veel neer indruk maakte. Beide waren rijke tempels, gemaakt uit dure lavasteen, maar de plaats in de bergen en het (wederom) adembenemende uitzicht maakte dit toch echt tot een van de mooiste tot nu toe. Op aanraden van Wayan besloten we niet in Permuteran te overnachten maar iets verder door te rijden naar Lovina. Omdat dit ook in de Lonely Planet goed aangeschreven stond, en we de gids er ook op vertrouwden, besloten we daar naar een hotel te gaan zoeken. Na een paar hotels gecheckt te hebben eindigden we bij Aditya hotel (of zoiets). Niet duur, mooie kamer met balkonnetje, megamooi restaurantje, en geweldige service. Hier bleven we drie nachten, aangezien we aardig moe waren van de afgelopen dagen. Miranda had me al een keer of twintig laten weten dat ze dikke spierpijn had, maar het was denk ik zo erg dat ze het deze avond nog maar eens drie keer herhaalde (hihi). Na een goedgevulde buik gehaald te hebben in het restaurant zijn we na een paar spelletjes pesten gaan slapen. Rotspel trouwens want ik kan het niet winnen.

Dit was onze eerste week op Bali. Nu al zijn we allebei ontzettend blij dat we deze reis aan het maken zijn. Zo veel mooie dingen om te zien, en zo veel om te leren van de lokale bevolking. Je voelt je bijna verpest door de westerse wereld, als je hier ziet hoe de mensen in en van de natuur leven. Kortom, een fantastische ervaring!!

P.S: Opa, ondanks dat we Miranda kennen zoals ze is, moet ik zeggen dat we het toch heel gezellig is;-) ik zal goed op haar passen!

  • 13 Augustus 2014 - 17:23

    Bert Zuidhof:

    Bas en Miranda,
    Wat een prachtig verhaal.
    Heel wat gezien en heel veel ervaringen opgedaan.
    Gaan jullie ook nog naar een ander eiland of blijven jullie op Bali?
    Bas doe je de groetjes van de kleine grijze.................. aan mijn nichtje?

  • 15 Augustus 2014 - 18:40

    Emiel:

    Bas! Wat een gigantisch verhaal man! Mag de volgende keer ook wel gewoon in kernpunten samengevat worden hoor ;-) Maar mooie ervaringen kerel!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bas

Actief sinds 23 Nov. 2013
Verslag gelezen: 1666
Totaal aantal bezoekers 12765

Voorgaande reizen:

13 Februari 2015 - 13 Februari 2016

Jeehooee, Year nr Two!!

28 November 2013 - 30 November -0001

Bassie goes Down Under

Landen bezocht: